OCW publiceert eerste regeling personele bekostiging 2022/2023
04-04-2022 12:59De eerste regeling bekostiging personeel 2022/2023 is door OCW gepubliceerd. De bedragen in deze regeling zijn vrijwel gelijk aan de laatst gepubliceerde (tweede) regeling bekostiging personeel 2021/2022. Dat komt omdat extra middelen nog niet zijn verwerkt in deze regeling. Dit zal na de zomer plaatsvinden.
De regeling personele bekostiging 2022/2023 gaat uit van een volledig schooljaar, maar feitelijk betreft deze regeling alleen de laatste vijf maanden van 2022. Vanaf 1 januari 2023 geldt de nieuwe vereenvoudigde systematiek. In dit kader worden de bedragen door OCW vermenigvuldigd met een percentage, afhankelijk van het huidige betaalritme, te weten:
- 34,55%: Personele bekostiging regulier, aanvullende bekostiging onderwijsachterstandenbeleid;
- 41,67% (5/12): Budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid, bijzondere bekostiging professionalisering en begeleiding starters schoolleiders.
Extra middelen
De definitieve regeling bekostiging verschijnt na de zomer van 2022. In deze regeling worden de extra middelen verwerkt. Deze komen beschikbaar op basis van:
- de begroting 2022 (voor het dichten van de loonkloof met het voortgezet onderwijs),
- het coalitieakkoord 2021 en de
- indexatie van 2022.
Op grond van deze regeling ontvangen schoolbesturen de beschikkingen voor de laatste vijf maanden van dit jaar. Voor de reguliere personele bekostiging en de aanvullende bekostiging onderwijsachterstandenbeleid zal dit 34,55% zijn van het totale schooljaar bedrag, 7,12% minder dan 5/12e deel. Deze 7,12% stond in voorgaande jaren aan het einde van het kalenderjaar op de balans als vordering op OCW. Ultimo 2022 is dat niet langer van toepassing, omdat deze vordering in 2023 niet zal worden uitbetaald. In de ledenbrief van 10 maart zijn leden van de PO-Raad in dit kader gewezen op een initiatief voor een gezamenlijke bezwaarprocedure. Voor nadere informatie en aanmelding kun jij kijken op Mijnporaad.nl (met inlog voor leden van de PO-Raad).
Onderwijsachterstanden
Het bedrag per achterstandsscore punt is bekend en opgenomen in deze regeling, maar omdat eerder dit jaar bij het CBS vertraging was opgelopen, zal de beschikking OAB pas in mei worden verstuurd.
Ten opzichte van de laatst gepubliceerde regeling bekostiging personeel voor het schooljaar 2021–2022 (juli 2021), is alleen de GGL aangepast (van 39,5 jaar naar 39,41 jaar) en worden de prijzen opgehoogd met 0%. Ook de definitieve vaststelling, na accountantscontrole, van de GGL zal plaatsvinden na de zomervakantie.
Ook het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid (budget P&A) volgt de ontwikkeling van de gemiddelde personele last voor onderwijzend personeel. Er zijn geen veranderingen in de bekostigingsbedragen ten opzichte van de 2e regeling bekostiging 2021/2022.
Werkdrukmiddelen
Het bedrag per leerling voor werkdrukvermindering maakt deel uit van de bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid. De afspraken rondom het werkdrukakkoord voorzien erin dat het budget voor aanpak werkdruk de komende jaren toeneemt tot € 430 miljoen. Inclusief loon- en prijsbijstelling loopt het budget op tot € 457 miljoen in 2025. Daarmee stijgt het bedrag per leerling in 2025 tot circa € 289,00 per leerling in het basisonderwijs.
Na schooljaar 2021/2022 zou er door een kasschuif een lager bedrag voor werkdrukmiddelen beschikbaar zijn, om in 2025 weer te stijgen. Met het Nationaal Programma Onderwijs is er echter geld beschikbaar om het effect in 2023 en 2024 te dempen, maar daarmee resteert nog wel een wat lager bedrag aan werkdrukmiddelen ten opzichte van het huidige schooljaar.
Daarnaast zal per 1 januari 2023 de vereenvoudiging van de bekostiging ingaan, waardoor onder andere de bekostiging volledig op kalenderjaarbasis zal worden vastgesteld. Al deze ontwikkelingen leiden tot de volgende verwachte reeksen voor de bekostiging (indicatief) in het kader van de werkdrukvermindering.
Starters en schoolleiders
De regeling Professionalisering en begeleiding starters en schoolleiders loopt t/m juli 2023. Wat er daarna gebeurt is onzeker. Wel is toegezegd dat de middelen in de sector blijven en mogelijk deel uit gaan maken van de lumpsum. Per leerling (basisschool, SBO en (V)SO) gaat het in deze regeling om een bedrag van € 95,09.
Bron: PO-Raad