Sectorrapportages PO en VO 2022
11-11-2022 4:57De PO-Raad en de VO-raad hebben de Sectorrapportage 2022 voor het PO en VO gepresenteerd. Op basis van cijfers rond thema’s als het personeelstekort, onderwijs op maat, kansenongelijkheid, en financiële reserves laten zij zien hoe het PO en het VO zich ontwikkelen en er nu voorstaan. Zij vertellen ook welke oplossingsrichtingen zij zien om de diverse vraagstukken aan te pakken en de kansen voor leerlingen te vergroten.
Lerarentekort blijft tot 2031 toenemen
De Sectorrapportages 2022 laten zien dat het lerarentekort tot 2031 blijft toenemen. Dit is zeer zorgelijk, omdat dit de kwaliteit van het onderwijs schaadt.
PO: De omvang van het lerarentekort verschilt per regio en schooltype. De tekorten zijn het grootst in de vijf grootste steden, in het speciaal basisonderwijs en bij scholen met een hoog schoolgewicht. Doordat de tekorten het grootst zijn bij scholen met veel kwetsbare leerlingen, versterkt dit de kansenongelijkheid. Er is ook een groot tekort aan schoolleiders.
VO: Het tekort aan leraren en schoolleiders tot 2031 blijft toenemen tot 2423 fte. Bij de vakken waarvoor er nu al te weinig leraren zijn, nemen de tekorten het sterkst toe.
Beide raden pleiten voor meer regionale samenwerking tussen schoolbesturen en lerarenopleidingen en roept de overheid op dit te bevorderen.
Vroege selectie belemmert kansengelijkheid
In vergelijking tot andere Europese landen moeten Nederlandse kinderen al op jonge leeftijd kiezen voor een schooladvies (vmbo, havo, vwo). De PO-Raad roept op tot latere selectie, kansrijk adviseren en meer brede brugklassen. De VO-raad vindt daarnaast makkelijke doorstroom en maatwerk van belang.
Goed onderwijs vereist betere huisvesting
De Sectorrapportages laten zien dat het gemiddelde schoolgebouw 41 jaar oud is en pas na 75 jaar wordt vervangen. Bovendien heeft 80% van de schoolgebouwen een binnenklimaat dat niet voldoet aan de normen. Veel schoolgebouwen zijn sterk verouderd, en daardoor ongezond, niet duurzaam en niet geschikt voor modern onderwijs waaraan iedereen kan deelnemen. Onderhouds- en exploitatielasten nemen toe. Zowel de PO-Raad als de VO-raad roepen in een manifest het kabinet op om goede, gezonde, inclusieve en duurzame schoolgebouwen tot beleidsprioriteit te maken. Hiervoor is een structurele jaarlijkse investering van minstens €730 miljoen nodig.
Tijdelijke investeringen vergroten financiële reserves
PO: In 2021 is het aantal schoolbesturen met bovenmatige reserves toegenomen. Een onwenselijke ontwikkeling, vindt de PO-Raad. De verklaring is echter duidelijk: de extra NPO-middelen, het gebrek aan onderwijspersoneel en de uitval van leraren door corona zijn een extra uitdaging om het geld voldoende én doelmatig te besteden.
VO: Door de vele subsidies en tijdelijke programma’s is het moeilijker geworden om een goed overzicht te krijgen van de financiële situatie van schoolbesturen. Duidelijk is dat de reserves door de incidentele subsidiebijdragen zoals het NPO tijdelijk groeien. Scholen hebben NPO-gelden pas laat ontvangen en kunnen deze niet in zo’n korte periode zinvol uitgeven, mede door het personeelstekort.
Inzicht in percentages directe en indirecte onderwijsondersteuning
PO: Het aandeel van het personeel dat zich met de ondersteunende taken bezighoudt, is in het primair onderwijs tussen 2017 en 2021 licht gedaald: van 10,4 procent naar 9,6 procent. Onder ondersteunend personeel vallen functies als schoolleider, conciërge, schoolbestuurder, administratieve functies en ict’ers.
Het ondersteunende personeel is vooral werkzaam op de scholen: gemiddeld zit 1,5% van de ondersteuning bovenschools. Om beter inzicht te krijgen in de verhouding tussen het primaire proces en de ondersteuning moet de datakwaliteit komende jaren verbeterd worden.
VO: Het aandeel van het personeel dat zich met de ondersteunende taken bezighoudt, is in het voortgezet onderwijs tussen 2017 en 2021 licht gedaald: van 13,6% naar 13,3%. Onder ondersteunend personeel vallen functies als schoolleider, conciërge, schoolbestuurder, administratieve functies en ict’ers.
Het ondersteunende personeel is vooral werkzaam op de scholen. Om beter inzicht te krijgen in de verhouding tussen het primaire proces en de ondersteuning moet net als in het PO de datakwaliteit in de komende jaren verbeterd worden.