Dorpsschool of leerfabriek? Onderzoek naar voor- en nadelen van verschillende vormen van schaalgrootte in het onderwijs
15-12-2020 4:33Het ministerie van OCW gaf de opdracht voor dit onderzoek naar de voor- en nadelen van verschillende schaalgroottes van zowel scholen als schoolbesturen. De Tweede Kamer had via een motie van Lisa Westerveld (GL) om zo’n onderzoek gevraagd bij de behandeling van de afschaffing van de fusietoets.
Door middel van interviews werd het verband gelegd tussen schaalgrootte en verschillende aspecten: efficiency en kosten, onderwijsaanbod en keuzevrijheid, sturing en verantwoording, de menselijke maat, professionalisering en onderwijskwaliteit.
Op basis van beschikbare literatuur trekken de onderzoekers de conclusie dat er geen sterk bewijs is voor een relatie tussen schaalgrootte en schoolprestaties. Dat geldt volgens hen voor schaalgrootte op zowel school- als bestuursniveau. ‘Op basis van dit onderzoek en de aangehaalde literatuur kan niet worden gesteld dat grotere scholen beter presteren en kleinere scholen minder, of andersom’, aldus minister Slob.
Uit het onderzoek volgt wel dat schaalgrootte zowel op school- als op bestuursniveau samenhangt met professionalisering. Grotere besturen zijn professioneler georganiseerd, bijvoorbeeld door de inrichting van een bestuursbureau. ‘In grotere besturen en op grotere scholen bestaan meer specialisaties in de functies gerelateerd aan het primair proces. Er zijn bijvoorbeeld vaker interne begeleiders of zorgcoördinatoren’, zo staat in de brief van de minister.
Enkele conclusies:
- De gemiddelde kosten per leerling op grotere scholen liggen lager dan op kleinere scholen. Hoe kleiner de school hoe hoger de kosten per leerling en andersom. De bekostigingssystematiek (kleine scholentoeslag) speelt hierin een rol. Als het gaat om efficiency is er schaalvoordeel te behalen op schoolniveau en nauwelijks bijkomend schaalnadeel. De meeste schaalvoordelen zijn daarbij te behalen bij de kleinere scholen
- De gemiddelde reserves en het gemiddeld eigen vermogen bij kleinere besturen is relatief groter dan bij grotere besturen. Maar, schrijven de onderzoekers, de omvang van kosten en omvang van de financiering hangen sterk samen. Daarom is het de vraag of niet vooral de bekostigingssystematiek (kleine scholen toeslag, vaste voet) in deze relaties tussen omvang en kosten wordt teruggezien.
- Of schaalgrootte invloed heeft op een voldoende breed en gevarieerd onderwijsaanbod of keuzevrijheid kunnen de onderzoekers niet zeggen. Ook over de kwaliteit van professionele sturing en verantwoording kunnen ze geen eenduidige uitspraken doen.
- De onderzoekers constateren dat grotere besturen meer professioneel zijn georganiseerd. Grote besturen zetten eerder eigen expertise in terwijl kleinere besturen vaker specialistische taken uitbesteden. Over de kwaliteit van die ondersteuning doet het rapport geen uitspraken.
- Er is geen bewijs voor een relatie tussen schaalgrootte en schoolprestaties.
Dé ideale schaalgrootte bestaat niet
Dé ideale schaalgrootte bestaat niet zeggen vrijwel alle bestuurders die voor dit onderzoek werden geïnterviewd. De ideale omvang is afhankelijk van de context. Opmerkelijk is wel dat dat grote besturen vinden dat het aantal besturen moet indikken en kleine besturen vinden dat besturen qua grootte moeten worden teruggebracht. De geïnterviewde besturen zijn over het algemeen zeer tevreden over hun huidige schaalgrootte en die willen ze dan ook behouden, vooral op schoolniveau.
Download hier het rapport “Dorpsschool of leerfabriek”
Bron: Rijksoverheid