Onderwijsatlas primair onderwijs 2021

Onderwijsatlas primair onderwijs 2021

02-11-2021 1:48

Arbeidsmarktplatform PO heeft de Onderwijsatlas 2021 gepubliceerd. In deze Onderwijsatlas, een tweejaarlijkse publicatie waarin regionale arbeidsmarktontwikkelingen in kaart gebracht worden, is een breed scala aan landkaarten, grafieken en tabellen opgenomen waardoor het mogelijk is in één oogopslag de arbeidsmarktontwikkelingen per regio te zien en te vergelijken met andere regio’s. Er is onder andere informatie te vinden over het schoolleiders- en lerarentekort, het aandeel vrouwen, het aantal scholen en schoolbesturen en de baantevredenheid en werkdruk.

De onderwijsatlas biedt een handig overzicht voor scholen en besturen om aan de slag te gaan met arbeidsmarktvraagstukken, zoals de oplopende personeelstekorten en duurzame inzetbaarheid van onderwijspersoneel. Er zijn grote regionale verschillen. Ook geeft de atlas een totaalbeeld.

Enkele opvallende gegevens:

Lerarentekort

Uit prognoses blijkt dat het lerarentekort in het primair onderwijs de komende jaren flink toeneemt, in ieder geval de komende vijf jaar. Zonder beleidswijzigingen komt het lerarentekort tussen 2020 en 2025 uit op een extra tekort van ongeveer 1.430 fte. Dit tekort komt bovenop de huidige situatie. Als we het tekort afzetten tegen de werkgelegenheid in de sector (het zogenoemde relatieve tekort), dan zien we dat het lerarentekort naar verwachting zo’n 2 procent van de totale werkgelegenheid bedraagt.

De arbeidsmarkt voor directiepersoneel en onderwijsondersteunend personeel heeft een meer open karakter dan die voor leraren. Daardoor is er minder informatie beschikbaar over mogelijke tekorten in deze functiegroepen. Wel ziet het Arbeidsmarktplatform PO signalen dat de arbeidsmarkt ook voor deze functies krapper wordt.

Daling aantal directieleden

Tussen 2011 en 2020 daalde het aantal directieleden in de sector het sterkst: werkten er in 2011 nog zo’n 10.800 directieleden in het primair onderwijs, in 2020 waren dat er nog zo’n 8.800; een daling van zo’n 18 procent.

Feminisering

Het primair onderwijs staat bekend als een sector waarin relatief veel vrouwen werken. De feminisering in het primair onderwijs is tegenwoordig een structureel fenomeen: het aantal mannen in de sector is de afgelopen jaren gedaald en het aantal vrouwen neemt toe. In 2020 wordt bijna 82 procent van de werkgelegenheid (in fte) in de sector vervuld door een vrouw, ten opzichte van zo’n 80 procent in 2015.

De afgelopen jaren is het aandeel vrouwen in alle functies toegenomen, maar de grootste stijging is te zien onder het directiepersoneel. Het aandeel vrouwelijke directieleden steeg de afgelopen jaren van ruim 50 procent in 2015 tot ruim 62 procent in 2020. Het grootste percentage vrouwen staat voor de klas: van alle leraren is ruim 87 procent vrouw.

Daling aantal scholen en schoolbesturen

Het aantal scholen en schoolbesturen in het primair onderwijs blijft dalen. De afgelopen tien jaar daalde het aantal scholen van 7.480 in 2010 tot 6.660 in 2020; een afname van 11 procent. Het aantal schoolbesturen daalde in dezelfde periode nog sterker: van zo’n 1.170 schoolbesturen in 2010, naar bijna 940 in 2020; een daling van zo’n 20 procent. Deze afname gaat gepaard met een duidelijke toename van de omvang van schoolbesturen, zowel voor wat betreft het aantal leerlingen als het aantal scholen.

Baantevredenheid en werkdruk

De baantevredenheid onder directieleden is hoog. Daartegenover staat wel een hoog ervaren werkdruk (zie pagina 31).

Bijna 90 procent van het directie- en onderwijsondersteunend personeel geeft aan tevreden tot zeer tevreden te zijn met hun baan. Ook van alle leraren geeft een ruime meerderheid (zo’n 81 procent) aan hier tevreden over te zijn. Wel zijn zij hier iets minder vaak tevreden over dan het overige personeel.

Hoewel het onderwijspersoneel over het algemeen tevreden is over hun baan, is een groot deel van de medewerkers ontevreden over de hoeveelheid werk en de ervaren werkdruk. Deze ‘werkdruk-paradox’ zien we vooral bij leraren: ruim driekwart van de leraren geeft aan veel tot zeer veel werkdruk te ervaren. Zij waarderen kortom het werk an sich, maar zijn ontevreden over de voorwaarden waaronder zij dat werk uitvoeren. Van alle directieleden ervaart ruim 68 procent (zeer) veel werkdruk. Het aandeel onderwijsondersteuners dat veel werkdruk ervaart ligt, met iets meer dan de helft, een stuk lager.

Benieuwd hoe de arbeidsmarktsituatie in jouw regio er nu en in de toekomst uitziet?

Download hier de Onderwijsatlas

Bron: AVS/Arbeidsmarktplatform po