Wet WIEG en verlof bij vroeggeboorte
13-05-2022 10:49Een werkneemster die zwanger is, heeft recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof. Doorgaans kan een (aanstaande) moeder aanspraak maken op maximaal zes weken zwangerschapsverlof en minstens tien weken bevallingsverlof. In totaal heeft een moeder recht op minstens zestien weken verlof.
Bij een vroeggeboorte – het kindje wordt eerder geboren dan de vermoedelijke bevallingsdatum – worden de dagen dat er minder dan zes weken van het zwangerschapsverlof gebruik is gemaakt bij het bevallingsverlof opgeteld. Wanneer door de vroeggeboorte geen zwangerschapsverlof is genoten, omvat het bevallingsverlof dus zestien weken.
Aanvullend geboorteverlof
Het komt helaas voor dat een pasgeboren kind na de geboorte voor langere tijd in het ziekenhuis moet worden opgenomen. Op dat moment bestaat de mogelijkheid dat de moeder recht heeft op extra bevallingsverlof. De dagen dat het kind in het ziekenhuis moet verblijven worden bij het bevallingsverlof opgeteld. Dit geldt niet voor de eerste zeven dagen. Het is namelijk niet ongebruikelijk dat een kind na de geboorte een aantal dagen in het ziekenhuis moet verblijven. Daarnaast geldt een maximum van tien extra weken.
Let wel: als er sprake is van vroeggeboorte, dan worden deze dagen van het aanvullende geboorteverlof afgetrokken.
Voorbeeld totaal recht aanvullend bevallingsverlof
Een werkneemster neemt vier weken zwangerschapsverlof en twaalf weken bevallingsverlof op. De werknemer bevalt echter twee weken te vroeg. De werknemer heeft dan slechts twee weken zwangerschapsverlof genoten. Het bevallingsverlof duurt daarna veertien weken. Het kind ligt in totaal zeven weken in het ziekenhuis.
- Het totaal aantal dagen dat het kind in het ziekenhuis ligt is 49.
- Van het totaal aantal dagen tellen de eerste zeven opnamedagen niet mee. Er blijven dan 42 dagen over.
- Voor de berekening reken je alleen met die dagen die binnen de duur van het bevallingsverlof vallen.
Het bevallingsverlof duurt in dit voorbeeld 98 dagen (= 14 x 7). Dit betekent dus dat alle opnamedagen binnen het bevallingsverlof vallen. - De uitkomst van stap 3 wordt verminderd met het aantal dagen dat het bevallingsverlof langer duurde dan tien weken. Het bevallingsverlof duurt veertien weken. Dat betekent dat het aanvullende verlof met 28 dagen (vier weken vermenigvuldigt met zeven dagen per week) wordt verminderd.
De werknemer heeft in totaal recht op 42 – 28 = 14 dagen aanvullend geboorteverlof.
Aanvraag verlengd bevallingsverlof
De werkgever vraagt het aanvullende geboorteverlof aan bij UWV. De werknemer ontvangt van het ziekenhuis een verklaring waaruit blijkt per wanneer het pasgeboren kind in het ziekenhuis is opgenomen. Eventueel staat in deze verklaring – als dat al mogelijk is – ook hoelang de opname heeft geduurd. Deze verklaringen worden samen met de ‘Aanvraag verlenging WAZO-uitkering’ bij UWV ingediend. Na ontvangst berekent UWV of er recht is op verlenging van het bevallingsverlof en zo ja, hoelang deze verlening bedraagt.