Kansengelijkheid: minister kiest voor stapsgewijze aanpak

Kansengelijkheid: minister kiest voor stapsgewijze aanpak

10-03-2023 1:53

Geen ingrijpende inhoudelijke wijzigingen, maar een stapsgewijze aanpak om de gelijke kansen in het onderwijs te bevorderen. Dat is de koers die minister Wiersma kiest in de verschenen Kamerbrief over kansengelijkheid in het funderend onderwijs.

De brief bevat vooral voornemens en maatregelen die de minister al eerder bekend heeft gemaakt, zoals versterking van de basisvaardigheden en het invoeren van een rijke schooldag. Wiersma kondigt kleine stapjes aan: zo wil o.a. hij in het PO ruimte om te experimenteren met voorschoolse educatie.
In het VO kiest hij niet voor een generiek verplichte driejarige brede-brugperiode op alle scholen. De Onderwijsraad heeft dit eerder bepleit. De minister deelt de visie van de Onderwijsraad, maar ziet te veel risico’s om een dergelijke stelselwijziging nu in gang te zetten. In plaats daarvan wil hij scholen die hiervoor mogelijkheden zien financieel ondersteunen. Ook geeft hij aan ‘overstapklassen’ te willen inrichten om de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs te versoepelen.

De beleidsvoornemens in het vogelvlucht

De inzet op kansengelijkheid wordt in de brief onderverdeeld in vijf thema’s waarop de minister wil toewerken naar onderwijs met meer mogelijkheden tot flexibiliteit, met selectie op een passend moment en meer kansen voor leerlingen.

  1. Kansrijk aan de start: kansen vergroten voor jonge kinderen.
    Focus op de startpositie van jonge kinderen: investeringen in de kwaliteit en het bereik van voor- en vroegschoolse educatie.
  2. De basis op orde: goed onderwijs vooral waar dat het meeste nodig is.
    Garanderen van de basiskwaliteit van het onderwijs: met een meerjarige aanpak aan de basisvaardigheden voor leerlingen en door de beschikbaarheid van goede leraren, vooral waar dat het meeste nodig is.
  3. Gelijke toegang tot onderwijs.
    Stimuleren dat leerlingen ongeacht het inkomen van hun ouders toegang hebben tot scholen en extra activiteiten.
  4. Meer dan school: de bredere ontwikkeling van kinderen.
    Verrijking van de omgeving voor kinderen en jongeren: in het programma School en Omgeving bieden gemeenten, scholen en maatschappelijke organisaties een rijke schooldag aan leerlingen.
  5. Flexibiliteit en ruimte voor ontwikkeling
    Vergroten van flexibiliteit en maatwerk in het onderwijs: praktijkgerichte programma’s in het hele onderwijs en meer flexibiliteit in de overgang naar voortgezet onderwijs met als doel te komen tot:
    • Meer ruimte voor leerlingen om te ontdekken wat ze kunnen en willen.
    • Beter zicht op de ontwikkeling van leerlingen.
    • Makkelijker doorstromen.
    • Versterken van regionale en organisatorische samenwerking tussen scholen.
    • Schooladviezen die recht doen aan leerlingen.
       

Lees hier de Kamerbrief

Bron: PO-Raad / VO Raad