Kritische reacties op wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid

Kritische reacties op wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid

13-06-2023 1:22

Het ministerie van OCW heeft een wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid voorgelegd voor internetconsultatie. De PO-Raad en de VO-raad geven aan grote bezwaren te hebben tegen dit wetsvoorstel. Beide raden hun reactie ingediend bij de internetconsultatie.

OCW geeft aan dat het hoofddoel is om alle bekostigde scholen en besturen in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs strategisch personeelsbeleid te laten voeren. Aanvullend is het doel dat het onderwijs een aantrekkelijke werkplek blijft. Het is de bedoeling dat dit bijdraagt aan kwalitatief goed en duurzaam inzetbaar personeel dat zorgt voor kwalitatief en toekomstbestendig onderwijs.

Hierbij een korte samenvatting van het wetsvoorstel en de bezwaren van de PO-Raad. De volledige reacties van de PO-Raad en VO-raad staan onder aan dit artikel.

Het wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid kan worden opgedeeld in twee delen:  

  • Vaststelling strategisch personeelsbeleid: een artikel gericht op totstandkoming strategisch personeelsbeleid in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs;  
  • Enkele artikelen met arbeidsvoorwaardelijke regels:  
  1. Contract voor onbepaalde tijd;  
  2. Aanbod minimum arbeidsduur;  
  3. Beperking externe inhuur. 

Het doel van het wetsvoorstel is om strategisch personeelsbeleid in het primair onderwijs (en voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs) te versterken. Er wordt aangegeven dat hoewel in de sector stappen zijn gezet op het vlak van strategisch personeelsbeleid, dit nog onvoldoende is en vervolgstappen noodzakelijk zijn. 

De PO-Raad erkent het belang van goed strategisch personeelsbeleid voor de sector, dit wetsvoorstel is echter niet de oplossing en bovendien overbodig:  

  • De noodzaak ontbreekt: uit recent monitoronderzoek strategisch personeelsbeleid blijkt dat het primair onderwijs het goed doet. Dit geldt zeker ook voor de arbeidsvoorwaardelijke elementen uit het wetsvoorstel: de sector kent reeds een hoog percentage vaste dienstverbanden (83%) en beperkte uitgaven aan personeel dat is tewerkgesteld zonder dienstverband (3,8% van bekostiging).  
  • De causaliteit die in de toelichting op de wet wordt beschreven is discutabel: in deze tijden van brede personeelstekorten is goed strategisch personeelsbeleid van groot belang, maar het lost het personeelstekort niet op.    
  • Het sluit niet aan bij het decentrale stelsel dat wij kennen. Daarnaast is de in het wetsvoorstel omschreven problematiek in veel meer sectoren een probleem. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is daarom bezig met arbeidsmarktaanpassingen die voor alle sectoren zullen gaan gelden, dus ook de onderwijssectoren. Gelet hierop is het onduidelijk waarom alleen het funderend onderwijs op dit moment wordt onderworpen aan een extra nieuwe wettelijke regeling.   
  • Het draagt niet bij aan zelf verantwoordelijkheid pakken – de kern van goed strategisch beleid – maar stuurt richting ‘afvinklijstjes’.  

Naast de inhoudelijke argumentatie gelden een aantal onderwijsrechtelijke/bestuursrechtelijke argumenten die pleiten tegen de wettelijke verankering van een strategisch personeelsbeleid en de aanvullende arbeidsrechtelijke voorwaarden voor het funderend onderwijs:  

  • De voorstellen maken een ongerechtvaardigde inbreuk op artikel 23 van de Grondwet;  
  • De voorstellen zijn in strijd met internationale verdragen;  
  • Het stellen van nadere regels via een AMvB leidt tot te veel (rechts)onzekerheid voor de sector;  
  • Het wetsvoorstel grijpt in op het stelsel van arbeidsvoorwaardenvorming.  

In de reactie van de PO-Raad op het wetsvoorstel zijn alle punten nader uitgewerkt en worden grote vraagtekens gezet bij de uitvoerbaarheid van deze wet voor schoolorganisaties. De aangesloten schoolorganisaties zijn op de hoogte gebracht van deze reactie.

Bron: PO-Raad/VO-raad/Overheid.nl