Aanvragen van een WIA-uitkering

Mijn werknemer is twee jaar ziek, en nu?

U heeft een werknemer in dienst die al geruime tijd wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid afwezig is. Gedurende de afgelopen twintig maanden heeft u de werknemer door de bedrijfsarts laten begeleiden. Het wordt nu tijd voor het aanvragen van een uitkering op grond van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermorgen (Wet WIA). Wat mogelijk leidt tot  beëindiging van het dienstverband.

In dit artikel geven we u meer informatie over het aanvragen van de WIA-uitkering. Vervolgens informeren wij u in een volgend artikel over de beëindiging van het dienstverband. Hoe gaat het ná een ‘WIA claimbeoordeling’?

Aanvraag WIA-uitkering

De eerste twintig maanden van de ziekte van de werknemer wordt hij door de bedrijfsarts begeleidt. Dez bedrijfsarts beoordeelt de belastbaarheid en bekijkt wat de mogelijkheden zijn om te kunnen re-integreren . De werknemer en u als werkgever brengen de adviezen van de bedrijfsarts vervolgens in de praktijk

Als de werknemer rond twintig maanden ziek is, dan moet er naar de stand van zaken worden gekeken. Uiterlijk in week 93 van de afwezigheid moet de werknemer de WIA-uitkering aanvragen.

Een werknemer heeft recht op een WIA-uitkering als de werknemer 35% of meer arbeidsongeschikt is. Dit betekent dat de werknemer 65% of minder van het oude inkomen kan verdienen.

Ook als de veronderstelling is dat uw werknemer op korte termijn zijn eigen werkzaamheden weer volledig hervat: het is altijd raadzaam om een WIA-uitkering aan te vragen.

Documenten

Als de werknemer de WIA-uitkering aanvraagt, dan dient u als werkgever het volledige re-integratieverslag in. Dit verslag bevat alle documenten die u gedurende de afwezigheid van de werknemer van de bedrijfsarts heeft ontvangen. U kunt hierbij denken aan:

  • de probleemanalyse;
  • de consultrapportage;
  • een rapportage arbeidsdeskundig onderzoek;
  • het actueel oordeel;
  • een deskundigenoordeel indien beschikbaar
  • het plan van aanpak (in overleg ingevuld en mede ondertekend door de werknemer) en
  • de evaluaties (de eerstejaarsevaluatie en de eindevaluatie).

Vervolgens wordt de werknemer door het UWV uitgenodigd voor een gesprek met de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige. De verzekeringsarts bepaalt wat de functionele mogelijkheden er nog zijn en bekijkt of het oordeel van de bedrijfsarts daarmee aansluit. De arbeidsdeskundige bekijkt of de werkgever voldoende heeft gedaan om de werknemer te re-integreren.

De arbeidsdeskundige en verzekeringsarts kunnen tot de onderstaande conclusies komen.

Beoordeling

Als uit de beoordeling van het UWV blijkt dat de werkgever te weinig inspanningen heeft verricht om de werknemer te laten re-integreren, dan krijgt de werkgever een loonsanctie opgelegd. Een loonsanctie houdt in dat de werkgever gedurende een periode van maximaal 52 weken de tijd krijgt om de re-integratie ‘recht te trekken’ en tot die tijd het loon moet blijven doorbetalen. . Alleen het UWV kan beoordelen of er uiteindelijk voldoende re-integratie inspanningen zijn verricht. Op dat moment wordt de WIA-aanvraag alsnog in behandeling genomen en kan de loonsanctieperiode worden verkort.

Blijkt uit de claimbeoordeling dat de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is? Dan mag u als werkgever de werknemer niet zonder meer ontslaan. Dit kan wel als er sprake is van een zwaarwegend dienstbelang. Bijvoorbeeld als het in dienst houden van de werknemer zorgt voor ernstige financiële problemen voor de werkgever. Bij voortzetting van het dienstverband gaat u als werkgever met de werknemer afspraken maken over de inhoud van de functie en de daarbij behorende beloning. Deze afspraken worden dan schriftelijk vastgelegd.

Is er sprake van een verschil tussen het oude en het nieuwe salaris, dan wordt dit verschil gedurende vijf jaar voor 65% door u als werkgever gecompenseerd. Mocht de werknemer een (bovenwettelijke) WW-uitkering (Werkloosheidswet) hebben, dan wordt dit recht in mindering gebracht op de compensatie van de werkgever.

Het UWV kan beoordelen dat de werknemer meer dan 35% arbeidsongeschikt is, maar minder dan 80%. De werknemer ontvangt een WIA WGA-uitkering (werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten). De werknemer heeft nog een restverdiencapaciteit. Soms zal dat betekenen dat hij bij de werkgever in eigen functie in dienst kan blijven maar voor een kleinere betrekkingsomvang. Of in een andere functie. Maar als er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn, dan zal het dienstverband worden beëindigd.

De WGA-uitkering bedraagt de eerste twee maanden 75% van het gemaximeerde dagloon. Daarna is de uitkering 70% van het gemaximeerde dagloon. Als de loongerelateerde uitkering – de duur is afhankelijk van het arbeidsverleden van de werknemer – is afgelopen heeft de werknemer mogelijk recht op een loonaanvullende uitkering. De werknemer heeft recht op de loonaanvullende uitkering als de werknemer meer dan 50% van de restverdiencapaciteit werkt. Werkt de werknemer niet of minder dan 50% van de restverdiencapaciteit? Dan valt de werknemer terug op de vervolguitkering. Deze uitkering is een percentage van het minimumloon afhankelijk van het arbeidsongeschiktheidspercentage.

Arbeidsongeschiktheidspercentage Uitkering
35% tot 45% 28,00% van het minimumloon
45% tot 55% 35,00% van het minimumloon
55% tot 65% 42,00% van het minimumloon
65% tot 80% 50,75% van het minimumloon

De werknemer is volledig en duurzaam arbeidsongeschikt – meer dan 80% arbeidsongeschikt – en ontvangt van het UWV een WIA IVA-uitkering (inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten). De WIA IVA-uitkering bedraagt 75% van het gemaximeerde dagloon van de werknemer.

Hoe kan het dienstverband van een werknemer na twee jaar ziekte worden beëindigt? Kan de werknemer in alle bovenstaande situaties zonder meer worden ontslagen? Of moet u als werkgever nog ergens rekening mee houden? Op deze vragen en andere vragen, krijgt u antwoord in deel 2: de beëindiging van het dienstverband na langdurige ziekte / arbeidsongeschiktheid.

Heeft u naar aanleiding van deze informatie vragen? Of heeft u een zieke werknemer waarover u advies wilt?
Neem dan vrijblijvend contact op met Aleid te Voortwis of met Theodora de Kooter.
Zij kunnen uw vragen beantwoorden en zullen de details graag met u bespreken.